“In den beginne was Kikker en Kikker was groen..” (Linders, J., Ik bof dat ik een Kikker ben)
Er waren eens vijf enthousiaste damesch die in 1995 aan het toenmalig bestuur van A.R.S.R. “Skadi” voorlegden dat zij graag een damesch dispuut wilden oprichten om onder competitieroeisters meer betrokkenheid bij de vereniging te genereren. Het bestuur vond dit een prachtig idee. Wel werd er van de damesch verwacht dat zij een duidelijk beeld zouden schetsen van wat het dispuut zou toevoegen aan de vereniging en dat zij duidelijke doelstellingen zouden formuleren.
Er werd diep nagedacht over een passende naam voor het dispuut, een spreuk, doelstellingen en er werd geploeterd op het formuleren van de statuten. Uiteindelijk werd er gekozen voor de pakkende naam “Kikker”, met als toevoeging “Springlevend”, omdat zij een krachtig en levendig dispuut voor ogen hadden. Het dispuut staat voor zowel activiteit op het water (in de boot) als aan de kant (Skadi).
De eerste stap was gezet en al snel kwam het bestuur van Skadi met opdrachten voor de damesch. Zij moesten daarmee hun inzet bewijzen en aan iedereen laten zien hoe ‘springlevend’ het dispuut zou worden.
Voor alle opdrachten slaagden de Kikkers in spé met vlag en wimpel. Echter, er moest nog één opdracht worden voltooid om de oprichting van het dispuut te realiseren. Tijdens het KISS-weekend van 1995 was het zover. In het Tikibad van Duinrell stonden inmiddels twaalf damesch in een rijtje aan de waterkant, klaar voor hun allereerste sprong in het diepe..
Op 9 september 1995 was het bestaan van Damesch Dispuut Kikker een feit.
Sindsdien kwaken de Kikkers op Skadi en ver daarbuiten.